Straten en locaties Tytsjerk

De Hanenburg stond bij Tytsjerk, gemeente Tytsjerksteradiel. Langs de Swarteweisein, die vroeger de Oude Zomerweg heette. Deze weg loopt vanaf het kruispunt bij de E10 richting Tytsjerk. De states stonden direct links, aan de oostkant van de weg, eerst kreeg je Toutenburg  en vlak ernaast stond Hanenburg (Hanenburgh)In 1640 is Pieter Wybes eigenaar en waarschijnlijk kreeg de buitenplaats de naam “Hanenburg”nadat zijn dochter Maria met Jelle Hendriks Hanenburgh trouwde. Tussen 1640 en 1754 is Hanenburg steeds in het bezit geweest van de nazaten van Pieter Wybes. In 1754 kopen J

Kleine zandkopDe Lytse Geast draagt sinds de Middeleeuwen haar huidige naam. De betekenis van de naam Lytse Geast is letterlijk 'kleine zandkop'. Doordat het gehucht relatief hoog ligt, hebben er al eeuwenlang mensen vertoefd. Lytse Geast hoort bij TytsjerkVroeger was de Lytse Geast een zelfstandig gehucht onder Tytsjerk. Nu maakt het deel uit van Tytsjerk. De bewoners zijn met alles georiënteerd op dit dorp. Bron: Website "Lytse Geast"

De Rustenburgerweg dankt haar naam aan de Boerderij met Herberg genaamd "Rustenburg" Dit zogenaamde Greidplaatsje lag aan de het Woudmansdiep en het Lang Deel. Bron: LC 11-09-1925

Het station Tietjerk is "op Afbraak te koop" Het onmogelijk kleine portaaltje heeft in de linkerwand een loketje. Het is gesloten. Er worden hier geen kaartjes meer verkocht; het zou geen zin hebben want de treinen stoppen niet meer in > class="highlight">Tietjerk. Van het hele station is nog maar een klein kamertje in gebruik, daar zit de heer Wynia, die samen met de heer Jager de overweg "bedient". Deze beide mannen zorgen er voor, dat de bomen op tijd naar beneden en omhoog gaan. Veertig keer per dag. Binnenkort zullen zij worden overgeplaatst naar een andere Post want het station > cla

Tytsjerk is een streekdorp dat is ontstaan in de late Middeleeuwen. Het dorp bezat net als de andere dorpen in de noordwestelijke hoek van Tytsjerksteradiel een losse bebouwing aan of nabij de weg die van Toutenburg aan het einde van de Zwarteweg naar Suwâld liep. Bij de driesprong van de Zomerweg, waar ook de kerk in de buurt stond en zuidelijker, was meer concentratie in de bebouwing te vinden. Op de grietenijkaart in de atlas van Schotanus uit 1716 is ook te zien dat Tytsjerk aan de westzijde werd begrensd door een aantal plassen, zandingen. Bron: Friesland Wonderland