Cafe De Viersprong in Gytsjerk, tijdperk Liezinga
Het kruispunt der wegen, met eerst alleen de school (1864) en het tolhuis met tolhek (1862) en waar vervolgens Bonne Veninga zich vestigde met zijn herberg, bleek na verloop van tijd een aantrekkelijke bouwlocatie. Nog voor de eeuwwisseling kwamen er een smederij (Olijnsma) en een wagenmakerij ( Ane Kuypers) bij.
Diagonaal tegenover de herberg liet Bonne Veninga in 1912 een boerderij bouwen, die naderhand tot woning vertimmerd werd. Hierna, zo rond 1950, vestigde huisarts H.K. de Groot er zijn praktijk.
Dan, op 2 december 1901 maakt de Leeuwarder Courant in een advertentie bekend dat Bonne Veninga zijn herberg met doorreed en winkel te koop aanbiedt, de huurder en uitbater is dan Foppe Ysbrand Liezinga.
De advertentie kondigt aan:
Notaris Posthumus zal finaal publiek verkopen het recht van Erfpacht voor onbepaalde tijd, en een opstal der Gebouwen (waarin een beklante HERBERG met vergunning en een winkel) op een perceel Grond aan den Straatweg te Giekerk.
Alles in huur bij F.IJ.Liezinga, tot 12 mei 1912.
Jaarlijksche erfpacht aan de Kerk te Giekerk f 27,60
Geboden de zeer geringe som van f 2500.
Onbekend bieders worden verzocht een bewijs van soliditeit van een Notaris mee te nemen.
Bij de finale verkoop dient huurder Foppe Liezinga zich aan als koper. En dat het ook in die tijd al nauw stak met overheidsverordeningen blijkt wel, want Foppe Liezinga verzoekt nog diezelfde week om een vergunning tot verkoop van sterke drank in het klein voor het huis te Giekerk wijk 11 nr 35 (de herberg van oud-eigenaar Bonne Veninga). Er wordt een machtiging door Gedeputeerde Staten gegeven aan B&W om die vergunning af te geven mits de al verleende vergunning vervalt.
In 1915 blijkt IJsbrand Liezinga, de zoon van Foppe Liezinga, zijn vader als logementhouder opgevolgd te zijn.
Dat van zoon IJsbrand meer bekend is dan van vader Foppe heeft vooral te maken met de overlevering 1)
Over IJsbrand Liezinga kan alleen maar gesproken worden in positieve zin.
Hij was niet alleen een gezellige prater, maar ook daadkrachtig in zijn maatschappelijke betrokkenheid.
De rechtschapen adviseur van arme mensen werd hij in Gytsjerk genoemd en mede hierom geroemd.
Als vertrouwensman bemiddelde hij vaak bij huizenverkoop en was ook bestuurslid van de boerenleenbank
Een bekende uitspraak van hem was: Alles wat ik zie geloof ik en wat ik niet zie geloof ik ook niet.
In 1930 komt er een einde aan het Liezinga-tijdperk. De Viersprong krijgt een nieuwe eigenaar-uitbater, het is Dirk Visser van Koudum.
1) In tegenstelling tot Bonne Veninga wiens familie nog steeds in Gytsjerk woont en van wie persoonlijke memoires zijn vastgelegd, bestaan er van de familie Liezinga geen nazaten. Oudere Gytsjerksters kunnen zich alleen nog IJsbrand Liezinga. herinneren
Colofon
Dirk Laverman Gytsjerk
Schelte de Beer, Hadewych van der Kooi, Rikke de Jong, Jan Faber, Durk Hogerhuis, Melle Dijkstra, archief Leeuwarder Courant, en Google.
Tekeningen: Lammert Agema